De portiekvrijer

Haast niemand weet dat de bekende roddeljournalist Maik Montès eigenlijk Jacob Campo Weyerman heet. Hij is vernoemd naar zijn kleurrijke voorvader, een 18de-eeuwse kroniekschrijver die zijn laatste levensjaren in de gevangenis sleet waar hij sprookjes schreef over geesten uit het vagevuur. Deze vagevuristen keren in een andere gedaante naar de aarde terug om daar familieleden van de ondergang te redden. Maik Montès gelooft niet in sprookjes, hij gelooft in geld, glitter en een goed verhaal. Als er in zijn vakantiehuis een vermoorde vrouw wordt gevonden, straft het snelrecht van de schandaalpers hem met zijn eigen wapens: het volksgericht verklaart hem schuldig zoder proces. Maik is ten einde raad. Dat hij dag en nacht bespied wordt door een hondsdagenvlieg en een vuurvliegje ontgaat hem. Toch zijn het deze lucide beestjes die het lot van de onttroonde roddelkoning keren. Die actie vormt het spetterende sluitstuk van deze eigentijdse fabel over het kwaad aller tijden; de achterklap

De portiekvrijer

Miriam Guensberg

156 pagina’s
verschenen september 2004
Paperback | ISBN 9789020402094 € 9,50

DE PORTIEKVRIJER

Recensies

Atte Jongstra
Onbegrensde mogelijkheden De Nederlandse literatuur mag zich het laatste jaar verheugen in een paar alternatieve vertellers. In Willem Jan Ottens jongste roman ‘Specht en zoon’ was een schilderslinnen aan het woord, dat ons op de hoogte stelde van de worsteling van een portretkunstenaar met diens onderwerp. In Miriam Guensbergs ‘De portiekvrijer’ vernemen we de geschiedenis van de roddeljournalist Maik Montès door de ogen van een hondsdagenvlieg en een vuurvliegje. Waarnemertjes van een beroepswaarnemer die het een en ander in hun mars hebben, twee reïncarnaties. De ene van een verongelukte motor-duopassagier (met net zoveel zonden op haar kerfstok dat ze in plaats van in de hel in het vagevuur belandt, met zicht op de hemel). In deze `vagevuriste’ vermoeden we Guensberg zelf – de hondsdagenvlieg. Het gereïncarneerde vuurvliegje stelt zich voor als Jacob Campo Weyerman, voorvader van de schrijfster zo wordt ons verteld, tegelijkertijd befaamd achttiende-eeuws pamflettist, berucht schuldenaar en daarmee een opgelegde vagevurist. Beiden – gids en schrijfster – worden terug gestuurd naar de aarde. Een beetje als Dante en Vergilius, maar dan in wereldse sferen, in een verhaal dat alle trekken van een sprookje vertoont. ‘Van ons, vagevuristen,’ zo overdenkt de hondsdagenvlieg, ‘is de illusie en de kracht van de fabel. Ja, van ons teruggekeerde zondaars, is de wereld van de onbegrensde mogelijkheden.’ Onbegrensde mogelijkheden inderdaad, die heb je in een sprookje. Wat moet de hondsdagenvlieg doen? Een familielid (achterneef Maik Montès) uit de moeilijkheden redden, zoals familielid/vuurvlieg-Weyerman hoofdpersoon Daphne helpt een plaats in de hemel te verwerven. Waarachtig een interessant, origineel uitgangspunt. Maar ingewikkeld. Ik overdenk de complicaties van een opzet als deze en tel het aantal pagina’s van ‘De portiekvrijer’. Onbegrensde mogelijkheden als gezegd. Guensberg kon er (met al die Weyermannetjes) een familieroman van maken. Er is sprake van een moord op een Somalische prostituee (misdaadroman, misbruik van allochtone vrouwen?) We lezen veel over angst voor intimiteit (wat tot `portiekvrijerij leidt: hup, klaar, weg). Het gaat over vagevuristen – een boek over aardse herintreding door uitgetreden leden van de samenleving? Maik Montès wordt zelf slachtoffer van de roddelpers: een tegen wil en dank geprivatiseerde Privéman? En dan tenslotte terug naar het Weyerman-aspect: de scandaleuze oude Jacob Campo alleen biedt al stof te over voor een historische roman. Thema’s te over. En dat allemaal verwerkt in 151 bladzijden? Het lijkt te veel, het is te veel. Doodzonde. Is ‘De portiekvrijer’ dus een mislukt boek? Ja en nee. Miriam Guensberg heeft een neus voor dramatiek en weet precies wat ze uit de werkelijkheid moet pikken om de lezer te prikkelen. Het is alsof ze de lezer een juwelenkistje voorzet, al behoeven sommige diamanten nog wat aanvullend slijpwerk.- Zo zou ik zekerde verdubbeling hebben weggeslepen in deze passage: ‘Een paar seconden later horen we vanonder zijn pet het klapwiekende lawaai van een helikopter. De lawaaiige hefschoefmachine stijgt op.’ Ook de beladen sensualiteit, de (niet zelden trieste) seksualiteit in Guensbergs werk weet mij steeds opnieuw te treffen, zeker op de plaatsen waar ze haar neiging onderdrukt al te lichtvoetig en soms schwarmerisch over het gebeurde te filosoferen. Het gekke met ‘De portiekvrijer’ is intussen dat ik het in één adem heb uitgelezen. Zo spannend is het dus. Maar het resultaat is spijt. Spijt over het feit dat Guensberg met zevenmijlslaarzen door een geschiedenis is gebeend, die onbegrensde mogelijkheden bood. Die geschiedenis zou ik graag lezen in een boek dat de ruimte en de omvang krijgt die het verdient.
Haarlemmer Courant
Miriam Guensberg speelt op superieure wijze met vorm en stijlfiguren en het resultaat is een overtuigende hedendaagse fabel.
NRC
Guensberg maakt dermate dwingend aannemelijk dat twee insecten werkelijk een missie vervullen in het leven van hun familielid dat je na lezing van deze roman geen familielid meer kunt ontwaren zonder er een betekenis aan toe te kennen. 

PUBLICITEIT 

Marjo Van Lijssel

+31(0)6 51 15 49 91

info@marjovanlijssel.nl

Marie-Anne van Wijnen 

020 – 379 29 39

publiciteit@uitgeverijdekring.nl

OPTREDENS 

Petra Heuveling Derijks

06 42 40 66 06

info@boekvanatotz.com

CONTACT 

miriamguensberg@hotmail.com

06 51 94 83 33

© Miriam Guensberg 2023